In de mooie groene omgeving van Giesbeek werden de leden van het Nutrient Platform op 23 maart ontvangen door mede-lid Eijkelkamp Soil & Water. De driejaarlijkse ledenbijeenkomst van het platform stond dit keer in het teken van ‘andere nutriënten (stikstof, kalium en micronutriënten)’ naast fosfaat. De bijeenkomst werd goed bezocht; met 30 aanwezigen waren bijna alle leden van het Nutrient Platform vertegenwoordigd. Het programma bevatte wederom veel informatie en inspiratie.
Frank Tillmann van Eijkelkamp Soil & Water trapte de bijeenkomst af. Waar het allemaal begon met een grondboor, is het bedrijf inmiddels uitgegroeid tot een innovatief familiebedrijf op het gebied van smart solutions met een focus op bodem en water. Actief in 90 landen, met wel 100 jaar ervaring. Gepassioneerd vertelde Frank over het bedrijf, de oplossingen die ze leveren en de meerwaarde die deze bieden. Eijkelkamp Soil & Water maakt de meeste van haar producten nog zelf, dat zit in hun DNA. Daarnaast wil het bedrijf graag voorop blijven lopen, innovatief zijn. Daarom blijft het bedrijf om zich heen kijken naar nieuwe sectoren en mogelijkheden. De samenwerking in de Marec group is daar een voorbeeld van. Deze samenwerking tussen Eijkelkamp Soil & Water, Witteveen+Bos en IHC Merwede focust op mijnbouw. Daarnaast ziet het bedrijf ook nieuwe ontwikkelingen. De voorspelling van Eijkelkamp Soil & Water is dat het lab verhuist naar het veld. En dat is ook direct het haakje richting het Nutrient Platform. Het bedrijf ziet mogelijkheden voor het direct meten van N, P en K en droge stof op het veld.
Aansluitend werden alle aanwezigen getrakteerd op een ‘kijkje in de keuken’ van Eijkelkamp Soil & Water. Een mooie rondleiding langs de productie, opslag, logistiek en de control room. Omdat Eijkelkamp Soil & Water ook een ‘academy’ is, konden de leden verschillende meetapparatuur en opstellingen in de praktijk zien.
In het kader van ‘andere nutrienten’ bevatte het programma een presentatie van Brimstone Fertilizers (samenwerking tussen N-xt fertilizers en Zetadec). Dit bedrijf focust zich op het herwaarderen van reststromen in goed bruikbare nutriënten zoals zwavel, fosfaat, zink en mangaan. Daarbij kijken zij ook naar zogenaamde ‘black mass’, oftewel batterij afval.
Als laatste gaf Juliana Kupfernagel een presentatie over een studie die Tauw heeft uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu over het herwinnen van nutriënten anders dan fosfaat. Daarbij is zowel gekeken naar afvalstromen die daarvoor al worden ingezet als stromen die nog niet worden gebruikt. De presentatie lokte al verschillende reacties uit. In drie werkgroepen werd verder gesproken over verschillende afvalstromen, welke technologieën hierbij nodig zijn om waardevolle producten terug te winnen (zink, kalium, koper), wie de mogelijke klanten/afnemers zijn van deze producten en welke eisen zij stellen aan het herwonnen product. De afvalstromen waren rioolwaterzuiveringsslib en -as, biomassa as en ‘waste to energy (w2e)’ as.
Uit de workshops kwam naar voren dat verbrandingsassen mogelijk schadelijke stoffen zoals dioxines en PAK’s bevatten. Daarnaast werd opgemerkt dat er (te) snel gekeken wordt naar ‘wat is het waard’, maar argumenten als duurzaamheid, geopolitieke afhankelijkheid en kinderarbeid inclusief veiligheid spelen ook een belangrijke rol. Daarmee werd de oproep gedaan om verder te kijken dan direct gewin.
Dat de bijeenkomst genoeg stof opleverde om over na te praten, bleek wel uit de borrel. In de ‘show room’ van Eijkelkamp Soil & Water werd nog lang nagepraat.